Het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) is een veelvoorkomende aandoening die gepaard gaat met klachten aan de handen. In deze blog lees je alles over de oorzaken, symptomen en behandelingsopties voor deze aandoening.
Inhoudsopgave
Wat is het Carpaal Tunnel Syndroom?
CTS is het gevolg van een beknelling van de middelste zenuw, de nervus medianus, in de pols. Deze zenuw passeert een tunnel gevormd door handwortelbeentjes en een peesblad aan de handpalmzijde van de pols. Druk in de tunnel door weefselzwelling kan de zenuw beknellen.
Oorzaken van CTS
Hoewel de oorzaak niet altijd duidelijk is, zijn herhaalde en gelijkmatige handbewegingen bekende boosdoeners. CTS komt vaker voor bij vrouwen. Zo kan zwelling tijdens zwangerschap, botafwijkingen, reuma, diabetes of een traag werkende schildklier ook bijdragen aan CTS.
Symptomen van CTS
De symptomen manifesteren zich vaak ‘s nachts, met tintelingen, prikkelingen of een doof gevoel van duim tot ringvinger en in de handpalm. Pijn in de pols en hand, uitstralend naar de onderarm, elleboog en schouder, zijn ook gebruikelijk. Daarnaast kunnen zich krachtsverlies en gevoelloosheid ontwikkelen.
Diagnose van CTS
Een neuroloog stelt de diagnose op basis van symptomen, ondersteund door zenuwechografie en zenuwgeleidingsonderzoek (EMG). Deze pijnloze onderzoeken meten de zenuwactiviteit en helpen de ernst van CTS vast te stellen.
Behandelingsmogelijkheden
Rust en Pijnstillers: Soms is rust met een polsspalk en pijnstillers voldoende om de klachten te laten verdwijnen.
Injectie: Een injectie met een ontstekingsremmend middel kan verlichting bieden, vooral op korte termijn.
Operatie: Bij ernstige klachten kan een operatie nodig zijn om de druk op de zenuw te verminderen. Een kleine ingreep op de polikliniek verbreedt de tunnel.
De operatie
Een kleine incisie aan de handpalmzijde, dwars door de polsband, verwijdt de tunnel. De operatie duurt 10 tot 20 minuten en gebeurt meestal onder lokale verdoving. Complicaties zijn zeldzaam maar er kunnen bloedingen, infecties en zenuwletsel ontstaan.
Na de operatie
Na de ingreep wordt aanbevolen de hand hoger te houden, de wond droog te houden en lichte drukverbanden te verwijderen na twee dagen. Paracetamol kan helpen bij pijn en het is normaal dat de hand tijdelijk minder kracht heeft.
Herstel en nabehandeling
Het litteken blijft gevoelig bij druk, maar klachten verdwijnen vaak direct na de operatie. Het verwijderen van hechtingen gebeurt na 14 dagen. Werkhervatting is mogelijk na 2 tot 4 weken, afhankelijk van de genezing.
Tot slot
Het begrijpen van CTS, van oorzaken tot behandeling, is cruciaal voor degenen die met deze aandoening te maken hebben. Bij vragen of dringende zaken is het raadzaam contact op te nemen met de behandelende arts of de CTS-polikliniek van je ziekenhuis. De sleutel tot een succesvol herstel ligt in een tijdige diagnose en passende behandeling.
Bron: Ommelanderziekenhuis.nl.
Comments